Visie op (hoog)begaafden onderwijs
Alle kinderen moeten worden uitgedaagd om hun talenten zo optimaal mogelijk te benutten. Het proces naar een resultaat is belangrijk voor het leren. In dit proces moeten kinderen leren zich ergens voor in te spannen en leren om te gaan met tegenslag, zodat ze uiteindelijk trots zijn op hun resultaat. Leren van fouten maken, plannen en reflecteren op het werk zijn zo een onderdeel van leren leren. Voor (hoog)begaafde kinderen houdt dit in dat de leerstof moet worden aangepast zodat ze uitgedaagd worden.
Wij gebruiken Sidi-3, dit is een screeningsinstrument om (hoog)begaafde leerlingen en kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong te signaleren. Wij diagnosticeren niet. Tijdens het intakegesprek bij nieuwe kleuters wordt de eerste signaleringslijst besproken. Het vroegtijdig signaleren kan onderpresteren voorkomen. De leerkrachten vullen de overige signaleringslijsten op vaste momenten in. Hiernaast kijken we naar de cognitieve prestaties.
Binnen de school worden de kleuters met een vermoedelijke ontwikkelingsvoorsprong uitgedaagd met Levelspel. Dit zijn uitdagende leerspelletjes met een oplopende moeilijkheidsgraad. Deze spelletjes zijn verplicht en de leerkrachten monitoren het werk en tekenen aan wat de kleuters gemaakt hebben. Dit om het vrijblijvende karakter tegen te gaan.
Vanaf halverwege groep 3 wordt er op drie verschillende manieren uitdaging geboden aan leerlingen.
In de groep
Kinderen krijgen extra uitdaging op een enkel vakgebied. Dit zijn de kinderen die in aanpak 3 werken.
Buiten de groep
Dit zijn de kinderen die uit de Sidi-3 signaleringslijsten komen en hoge cognitieve prestaties laten zien, aanpak 4. Zij krijgen een aangepaste en doorgaande leerlijn met uitdagende opdrachten en materialen. Het werk plannen en evalueren zij één keer per week bij de leerspecialist Talentontwikkeling, Jennemiek van den Beemt. Dit werk wordt, gedurende de week, in de groep gemaakt. De leerkracht begeleidt en zorgt voor een compact lesprogramma waarover teambreed afspraken zijn gemaakt.
Daarnaast zijn er kinderen die wel uit de signaleringslijst naar voren komen, maar niet naar voren komen wat betreft hun cognitieve prestaties en/of werkhouding. Zij krijgen één uur per week uitdaging buiten de groep in de ‘Pippi-groep’. Vervolgens zijn er kinderen die buiten het aangeboden aanpak 4 werk nog meer uitdaging nodig hebben. Zij gaan naast dit werk naar de extra aanpak 4 groep. Zij worden hiervoor uitgenodigd vanuit aanpak 4.
Voor alle uitdaging wordt uitgegaan van de ontwikkelingsdoelen van onderwijs- en talentontwikkeling van het SLO, waarin de 21e eeuwse vaardigheden zijn opgenomen.